Lezing door Frits Schoonbrood op 24 september
Er bestaat nauwelijks een onderwerp uit de Zuid-Limburgse geschiedenis dat met zoveel sagen, legenden en spannende verhalen omgeven is als dat van de Bende van de Bokkerijders. Deze ‘godlooze bezwoorne bande van naghtdieven ende knevelaers’ plunderde in de 18e eeuw kerken, pastorieën en boerderijen. Met slachtoffers werd niet zachtzinnig omgegaan. Evenals de heksen zouden de Bokkerijders een verbond met de duivel hebben gesloten, waartoe zij een eed op onder meer een dode hand aflegden. Eind 1742 werd het eerste lid van de bende gearresteerd, gedetineerd en onder folter verhoord op het kasteel van ‘s-Hertogenrade. Het folteren had tot gevolg, dat steeds meer namen van bendeleden uit de streek werden genoemd.
Het is niet verwonderlijk dat er over dit geheime roversgenootschap veel boeken zijn geschreven en zijn geschiedenis tot het Limburgs immaterieel cultureel erfgoed behoort. Naast romans verschenen vanaf het einde van de 18e eeuw wetenschappelijke publicaties op basis van bronnenonderzoek. Helaas richtten deze publicaties zich voornamelijk op de gepleegde criminele delicten en op de vervolging en bestraffing van bendeleden. Een integrale zienswijze ontbrak en daarmee fundamentele informatie voor een gedegen verklaring wat betreft het ontstaan en de vervolging van dit bendewezen.
Integraal, omdat inzicht in de staatkundige situatie, in de sociaaleconomische omstandigheden en in het geldende rechtssysteem onmisbaar is voor een juiste interpretatie van dit bendewezen. Daartoe noodzakelijk is eveneens inzicht in de invloed van het feodalisme, de inquisitie en de Middeleeuwse theatrale straffen. Voor een gedegen integrale beschouwing van dit bendewezen startte Godfried (Frits) Schoonbrood als voorzitter van Sjtichting Genealogiek Sjènne (SjtiGS) in 2008 een breedvoerig onderzoek. Naast een uitgebreid literatuuronderzoek besteedde hij veel tijd aan een uitvoerig en zorgvuldig archiefonderzoek. Zijn onderzoeksresultaten publiceerde hij in een boek met de titel: ‘De Bokkerijders met de Dode Hand. Ontstaan en vervolging van het banditisme in en rondom Zuid-Limburg in de 18e eeuw’.
In het boek, met een omvang van 832 pagina’s, zijn de door de bende verrichte criminele delicten beschreven op basis van betrouwbare slachtoffer- en getuigenverklaringen. Door een gedetailleerde beschrijving van de strafprocessen binnen een aantal jurisdicties – op basis van zowel archiefbronnen als literatuur – wordt de gevolgde werkwijze van álle lokale rechtbanken binnen de Landen van Overmaas inzichtelijk. Dit leidt tot fascinerende gevolgtrekkingen! Vele spannende sagen, legenden en romans zijn op basis van deze bende gefantaseerd. Maar de echte geschiedenis is, zoals blijkt uit de beschreven harde realiteit in dit boek, nog huiveringwekkender.
Deze huiveringwekkende geschiedenis vertelt Frits Schoonbrood op in een avondvullende en met lichtbeelden ondersteunde lezing. Bovendien zijn attributen, zoals de ‘dode hand’, de duim- en beenschroeven en de stoel van tortuur te aanschouwen. Op deze wijze verneemt de bezoeker op een aangrijpende wijze de onvervalste geschiedenis rondom deze vermaarde bende uit de regio.
De lezing wordt gehouden in het buurthuis St Joris op 24 september aanvang 19.30 uur
Voor leden is deze lezing gratis en voor niet leden wordt een brijdrag gevraagd van € 5.